De lotgenoten op pad.
Door: Jolanda Spronck.
Eind mei ging het weer eens richting la douce France. We hoopten op beter weer als vorig jaar in de Ardeche (toen elke dag regen), want er was een zwembad bij de geboekte huisjes.
De huisjes lagen op een domein vlakbij Gramat, op de grens tussen de Dordogne en de Lot.
Bij de grotduikers al lang bekend vanwege de magnifieke duikgrotten, maar nog nooit bezocht om zijn talrijke grotten. Vooraf werd uiteraard de bieb bezocht, gewapend met al een paar grottenboeken die jaren geleden al eens van een fransman gekopieerd waren.
Naast heel veel kleine grotjes vonden we ook een aantal wat grotere grotten, kenmerkend voor het gebied zijn watervoerende grotten en grotten die vanaf de causses via wat putten naar het water voeren. De puttengrotten variëren dan weer van een enkel putje, eindigend in een zaaltje tot een puttenreeks van zo’n 200 meter.
Op de eerste dag gingen een paar grotters dan maar op pad om let wel, 3 grotten te gaan doen. Uiteindelijk resulteerde dit in de Saint Martin waar de plaatselijke boer het groepje aanviel omdat ze geen autorisatie hadden (en laat nou net niemand in die groep Frans spreken!).
De grotduikers gingen eerst naar de font du truffe, die gevuld bleek met een groep engelse duikers. Vervolgens zuidwaarts naar de Emergence du ressel, alwaar ook een massa duikers aanwezig was, maar in deze grot is dat niet zo’n probleem. Ruud en Peter gingen duiken, terwijl Janneke en Jolanda zich met de honden bezighielden en contacten legden met wat italiaanse duikers, fransen en tjsechen.
De 2e dag besloten we de Viazac te gaan doen, de avond ervoor werden de koorden ingepakt, ruim bemeten omdat het equipeerfiche zelf uitgedokterd moest worden en de beschrijving werd vertaald en geplastificeerd.
Al snel kwamen we er echter achter dat we toch niet genoeg koord hadden, de 80 meter put kon helaas niet meer afgedaald worden.
Voor dinsdag was een grot aangevraagd, namelijk de Igue de Goudou. Ter plekke hebben we ons opgesplitst zodat we niet met een grote groep achter mekaar door de watervoerende gangen hoefden te ploegen. Er vormde zich een snel groepje en een fotografie-groepje. De grot was supermooi, begon met een afdaling tot in een fossiel gedeelte dat verder nog via hellingen en korte putjes afdaalde tot op het water. Aldaar kon je stroomop- en afwaarts gaan. Stroomopwaarts was volgens een franse beschrijving het mooist en inderdaad, stroomafwaarts bleken de wanden wat zwarter te zijn. Wat met name het fotografie-groepje opviel, was dat men na de geringste inspanning stond te hijgen. De anderen hadden het ook gemerkt maar weten dit in eerste instantie aan het neopreen pak. Met nog wel wat andere neopreengrotten in onze verre herinnering vonden we dat toch geen goede verklaring en we dachten meer aan een te hoog co2 gehalte.
Woensdag was een rustdag qua grotten, sommigen gingen een stadje bezoeken en anderen gingen duiken. We gingen nogmaals naar de Truffe maar ook ditmaal bleken hier al andere duikers te zijn (vroeg opstaan en op pad gaan was niet onze sterkste kant). Dus we besloten de Saint Sauveur te doen, en aldaar maakten we een korte duik naar -38 m.
Op donderdag stond de Saut de la Pucelle op het programma, ook een watervoerende grot met bekkens, cascades, afdalingen etc. Ook hier wisten we niet exact welke koorden we mee moesten nemen en waar zich dan de putjes zouden bevinden. De topo werd lang bestudeerd en uiteindelijk kwam het allemaal redelijk goed uit. Bianca kreeg haar vuurdoop, want zij ging een stuk mee de grot in en werd na toch een flink stuk door Ruud en Janneke naar buiten begeleid. Na nog een heel eind besloten Dennis, Tom en ik terug te gaan, zodat de groep op de terugweg niet te groot zou zijn en er lange wachttijden in het water zouden ontstaan. Ook Rob hield het voor gezien en zodoende gingen Tjerk en Peter nog een stuk verder.
Op de terugweg kwamen we nog wat fransen tegen met een stel kinderen en carbietvlammen die gevaarlijk dicht bij onze koorden kwamen…
Dit was een geweldig leuke grot, lekker actief met die cascades en waterbekkens die overgezwommen moesten worden en ditmaal ook geen spoor van benauwdheid. Zeker een aanrader om nog eens te doen!
Op vrijdag nog een rustdagje c.q. duikdag. De grotduikers gingen naar de Trou Madame, een ondiepe grot waar we veel gefotografeerd hebben en ook Tom nog een introduik hebben laten maken (hij had ook stevig geholpen met het naar binnen slepen van materiaal).
En dat was dan weer het einde van een leuke week in een mooi gebied, vol gestechel en geouwehoer (Bianca vond het trouwens allemaal nog meevallen) maar met leuke tochten, overwegend mooi weer en een mooie overnachtingslocatie.
De Lotgenoten waren:
Tjerk; Dennis en Judith; Tom, Janneke en Tammy; Rob; Gonda; Ruud en Bianca; Peter, Jolanda en Lenka.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten