woensdag 27 april 2016

Voorjaarskamp in de Hérault, 

door René Prévot

Eindelijk was het dan zover het eerste kamp van Speleo Limburg in de Hérault. 

We hadden ons onderkomen gekozen in Gite “Le Cornabiau” te Saint Vincent Olargues (8-persoons gite).  Op het programma stonden voornamelijk een aantal afgesloten grotten uit de streek. In dit artikel beschrijf ik de Grotte Sergent en de Grotte Macoumé.


Grotte Sergent:




We stapten in de auto en reden vanuit onze gite naar het dorpje Saint Guilhem Le Desert gelegen aan de Gorge Hérault (1 uur rijden vanuit onze gite). De gorge volgend langs de toeristengrot Grotte Glamouse gaat het omhoog tot je uiteindelijk bij een “barrage” komt. Voor de barrage parkeren we de auto. Een stukje ervoor vertrekt er een gravelpad links van de weg omhoog. Deze weg zo’n 500 meter volgend kom je bij een groen hekwerk. Ervoor staat een bord met de naam van de grot er op.

Het pad gaat linksaf naar de rivierbedding, dit een stuk volgend gaat het pad omhoog in de linkerwand van de vallei. Na een half uur de steenmannetjes te hebben gevolgd stonden we onderaan de wand die toegang geeft tot de grot (120 m hoogtemeters).
Nu volgt een korte klim omhoog tot het ingangsportaal van 4 x 3 meter.




De grot is 3360 meter lang. De grot heeft grote ruime gangen en gaat voornamelijk omlaag. Ondanks dat het een eenvoudige grot is om te doen, zijn er toch nog mooie formaties in de grot aanwezig. We maken op een paar plaatsen foto’s en komen vervolgens uit in een grote zaal “Salle du Grand Pilier”.
In de zaal staat een mooie pilaar. Achter de pilaar hangt er een koordje dat naar beneden gaat naar een meertje. Bij het meertje lijkt het dood te lopen. Hier keerden we om. Achteraf op de topo zagen we dat de grot nog voor zo’n 150 meter gevolgd kan worden vanuit het meertje. Je kon niet om de hoek kijken om te zien of het nog verder liep.
Het gedeelte “Petite Branche” is door ons niet bezocht. Wij bezochten “De Grande Branche”.
Tochtduur in de grot 2,5 uur. Als je in de buurt bent een leuke grot om te
bezoeken.




Grotte Macoumé:

Lengte van de grot 1720 meter (+34m/-53m)



Vandaag stond een afgesloten grot op het programma, Grotte Macoumé. Deze grot werd ontdekt in 2002 door leden van ASCO. We hadden afgesproken om 10.30 uur met Daniel Guasco (president van speleoclub ASCO) voor het stadhuis.
We werden bij aankomst opgewacht door Jeanpierre. Hij is de
eigenaar van de grot Macoumé. Hij woont in Millau en heeft hier een huisje. Even later komt ook Daniel Guasco aan. Daniel gaf aan dat er nog iemand zou meegaan (Valerie).
We stapten allen in onze bus en rijden langs het voetbalveld naar de heuvels. We kleden ons om en lopen door het bos naar de ingang van de grot. De ingang van de grot is snel gevonden. Het luik is voorzien van een speciaal slot.

De grot begint met het omlaag glijden in een spleet die voorzien is van ijzeren
voettreden in de wand. Na een aantal meters volgt er een stalen ladder. Onderaan de ladder wordt de grot labyrintachtig. Na allerlei gangetjes te zijn gepasseerd volgt een modderhelling omhoog.

Gelukkig is de modder droog en niet glad. Boven aangekomen is de wand bedekt met excentrieken.

Alles is hagelwit en Valerie stelt zich beschikbaar om als model te poseren op de foto’s.


Vanaf hier wordt de grot alleen maar mooier. Voor de grot zijn géén klimspullen nodig wel een gordel
met leeflijn. Alles is bereikbaar met stalen ladders of geëquipeerde koorden met lussen- en knopen.

Al snel komen we in “Salle de Grande Fistuleuse”. Alles is hier erg fragiel.



Er is een smalle doorgang tussen de spagetti’s door. Op de spagetti’s zitten overal excentrieken. Na nog wat gangetjes door te zijn gekropen komen we aan in ”Gallerie de la Coulée Blanche”.
In deze gallerij staat een hagelwitte formatie, deze is erg mooi en wordt uitgebreid gefotografeerd.

Dan kun je nog een klein stukje naar beneden en loopt het dood (siphon de boue). We klimmen een stuk terug waarna we aankomen bij een stalen ladder van 15 meter omhoog. Bovenaan aangekomen kom je bij een smal stuk. Op de buik
gaat het verder tot je tussen de rotsen door naar boven gaat en in een gallerij uitkomt. Aan de linkerkant zie je weer mooie spagetti’s met excentrieken.
Dan volgt de gallerij “Couloir Blanc” (reseau de I’A365). Al snel kom je botten van een holenbeer tegen, gelukkig is alles afgezet met touw.


Na nog een 30 meter kom je bij een E30 omhoog. Dit is voor ons het verste punt in de grot. Dan begint de terugtocht door het labyrint en kom je uiteindelijk bij water. Hier kan de grot syphoneren. Na een stuk waden door het water (1 meter diep) kom je bij een stuk dat met dynamiet is vrijgemaakt.
Je merkt dat je nu weer vlakbij de ingang van de grot bent. Na de stalen ladder staan we na 4 uur grotten weer buiten. In het dorp neemt Daniel afscheid van ons hij moet nog op zijn camping werken (gaat op 1 mei open).
Valerie en Jeanpierre gaan nog even mee naar onze gite om wat te drinken. Na een aantal pilsjes te hebben gedronken vertrekken zij ook. Het was een erg leuke
tocht.

1 opmerking: